Na een aantal longontstekingen waarbij ik erg veel moeite had om te herstellen en veel antibiotica en prednisonkuren nodig had, kwam ik er maar niet bovenop. Ik voelde me in de steek gelaten door mijn lijf. Het was op, ik trok het niet meer. Ik bleef in een negatieve cirkel ronddraaien.
Ik zat altijd in de doorgaan modus, zo opgevoed. En nu ik thuis kwam te zitten en ziekte ervaarde, haalde dat alles onderuit. Ik ervaarde veel druk van buitenaf, maar voornamelijk ook van mezelf.
Ik werd geconfronteerd met mij zelf en het feit dat ik zo niet door kon gaan. Het werd tijd om een flinke stap te zetten!
Mij werd geadviseerd om bepaald voedsel te laten staan, wat voor mij eerst echt onvoorstelbaar was, dat mijn eetgewoonten misschien een oorzaak van mijn onbehagen zou kunnen zijn. Maar omdat ik toch iets voor mezelf wilde gaan doen, moest ik van mezelf hiermee aan de slag gaan. Ook al ging dat zeker met slag en stoot. Als ik het avondeten op tafel neerzette voor mijn gezin, stond mijn eten nog op het aanrecht, nog niet gekookt. Ik had weer anderen voorrang gegeven en mezelf vergeten.
Vanaf het moment dat ik me hier bewust van werd, besloot ik dat het anders wilde. Dat wat ik at kreeg voorrang, mijn gezin kon immers wel mee-eten, wat goed voor mij was, zou ook vast goed voor hen zijn. Zo kreeg ons voedingspatroon gestadig aan een ander gezicht. En elke keer kon ik zorgen dat het voor ieder een lekkere en gezonde maaltijd werd. En ik voelde mezelf weer sterker worden. Ik kreeg het gevoel dat ik nu goed voor mezelf aan het zorgen was.